DE LAATSTE P.S.D.-VEERBOTEN
Van de laatste veerboten die de
Westerschelde-verbindingen tussen Kruiningen-Perkpolder en
Vlissingen-Breskens verzorgden, werden in oktober 2002 uitvoerige
geluidsopnamen gemaakt. Het betrof de veerboten Prinses Christina, Prins
Willem-Alexander, Prinses Juliana en Prins Johan Friso.
De Koningin Beatrix lag in die periode
bij de Provinciale Stoomboot Diensten in de Vlissingse binnenhaven voor
reparatie en revisie/onderhoud. Van deze boot werden echter geen
geluidsopnamen gemaakt.
WESTERSCHELDE-VERBINDINGEN
Meer
dan 700 jaar is er sprake van veren over de Westerschelde. Alleen, ze waren
in het begin in geen enkel opzicht regulier. Regelmatige overvaartverbindingen
over de monding van de Westerschelde werden pas in 1828 een feit, te beginnen
met de inzet van het stoomschip De Schelde, een houten raderboot die
een stoominstallatie aan boord had van de firma Cocquerill & Co. uit
Seraing nabij Luik.
Vanaf die tijd werden de vaarverbindingen merendeels door particuliere lieden
geexploiteerd. Kennelijk waren zij het meest gebaat met het inzetten van
beurtveren, veelal gaande tussen Breskens, Vlissingen, Borssele, Terneuzen,
Hoedekenskerke, Hansweert en Walsoorden (Perkpolder-Kruiningen werd pas in
1943 een (retour)veerlijn). De verbindingen kenmerkten zich niet zoals
tegenwoordig door directe retourverbindingen maar door zig-zag-verbindingen
over de Westerschelde. Een overzet kostte toen erg veel geld. Minderbedeelden
konden de Westerschelde gewoonweg niet oversteken. Omdat de regelmatige
overzet voor de passagier niet betrouwbaar bleek, nam omstreeks 1866 de
Zeeuwse provincie het beheer van de veren definitief over. In Zeeland werd de
Provinciale Stoomboot Diensten (PSD) opgericht. Al gold de PSD in wezen als
een provinciale overheidsinstantie, in de praktijk van de laatste decennia
gold dat ze zowat als een volledig zelfstandige onderneming functioneerde,
zij het grotendeels afhankelijk van rijksgelden.
Over de gehele linie van het verleden vinden
de veerdiensten over de Westerschelde plaats door de inzet van
steigerschuiten, stoomboten, raderboten, schroefboten en motorferryboten
(zij- en kopladers). Elk van de historische scheepstypen werden besteld en
aangekocht met het oogmerk ze zo'n 25 jaar in de vaart te houden. In 2004
staat de komst op stapel van twee Swath-catamarans voor voet- en
fietsverkeer. Tussen 1950 en 1997, een periode waarin het autoverkeer alleen
maar toenam, ging men over tot de aanschaf van grotere ferryboten die het
verkeer soepeler zouden kunnen overzetten. Het ging hier om de zogeheten prinsesseklasse
(Prinses Beatrix, Prinses Irene, Prinses Margriet) en later om in totaal
vijf dubbeldeks-ferryboten. De eerste dubbeldeks-veerboten kwamen tussen
Kruiningen en Perkpolder te varen: de Prinses Christina (1968) en de Prins
Willem Alexander (1970).
Op de veerlijn Vlissingen-Breskens begon men
niet eerder dan in 1986 aan deze dubbeldeks-vernieuwing met de
"zeewaardige" Prinses Juliana, die evenals de twee
voorafgaanden op de scheepswerf van De Merwede in Hardinxveld-Giessendam werd
gebouwd. De tijd van de klassieke zeeg, het langsscheepse welvingontwerp dat
opwaarts naar beide uiteinden toeloopt, bleek met deze dubbeldeks-veerboot
voorgoed te zijn gepasseerd. De Prinses Juliana bleek algauw een geval
apart, dat wil zeggen: een aantal scheepslieden vinden het over het algemeen
een onbetrouwbare boot met vele mankementen en een onberekenbare ligging in
het water (meer dan eens is ze zelfs plots stuurloos geworden). Ondanks dat
men het een zeewaardig schip noemt, vrezen sommige stuurlieden het ergste als
ze op zee zou moeten varen. Niettegenstaande betekent de Prinses Juliana voor
andere vaarders ook een sensationele uitdaging om ermee van wal te steken.
In 1993
en 1997 plaatste men nogmaals twee dubbeldeks-schepen op de veerlijn
Vlissingen-Breskens, die allebei in de Vlissingse scheepswerf De Schelde
werden gemaakt. Het zijn de Koningin Beatrix en de Prins Johan
Friso. De robuuste enkeldekkers van de prinsesseklasse verdwenen
voorgoed uit de Westerschelde-monding en voeren af naar Malta en naar verre
"Chinese wateren" om daar hun taak als ferry voort te
zetten. Tot 15 maart 2003 varen dagelijks op beide veerdiensten om de 30
minuten, nog steeds twee veerboten die jaarlijks een gezamenlijke
overzet-capaciteit verwerken van zo'n 3 miljoen voertuigeenheden en ongeveer
8 miljoen passagiers. De afstand Vlissingen-Breskens meet 6700 meter, Kruiningen
en Perkpolder verhouden zich op zo'n 5400 meter afstand.
TECHNISCHE GEGEVENS VAN DE VEERBOTEN
Prinses Christina
1968
- IMO-nr. 6828026 - laadvermogen: 625 ton - vermogen: 6256 kW - snelheid:
171/2 kn. - lengte: 113,60
m - breedte: 18,55 m - diepgang: 4,80 m - MAN-dieselmotoren
- bouw: scheepwerf & machinefabriek De Merwede v/h Van Vliet & Co.,
Hardinxveld-Giessendam
Prins Willem Alexander
1970 - IMO-nr. 8949941 -
laadvermogen: 700 ton vermogen: 5000 kW - snelheid: 171/2 kn. - lengte: 113,60 m - breedte: 18,55 m - diepg.: 4,80 m - MAN-dieselmotoren
- bouw: scheepwerf & machinefabriek De Merwede v/h Van Vliet Co.,
Hardinxveld-Giessendam.
Prinses Juliana
1985
- IMO-nr. 8213940 - laadvermogen: 1275 ton - vermogen: 6673 kW - snelheid:
141/2 kn. - lengte: 113,60
m - breedte: 19,15 m - diepgang: 4,50 m -
Stork/Werkspoor-diesels - bouw: scheepwerf & machinefabriek De Merwede
v/h Van Vliet & Co., Hardinxveld-Giessendam.
Koningin Beatrix (geen
audio-opnamen)
1993
- IMO-nr. 9051442 - laadvermogen: 1275 ton - vermogen: 7220 kW - snelheid: 17
kn.- lengte: 113,60 m
- breedte: 19,15 m
- diepgang: 4,75 m
- Stork/Wärtsilä-dieselmotoren - bouw: Koninklijke Maatschappij Schelde,
Vlissingen.
Prins Johan Friso
1997 - IMO-nr. 9144691 -
laadvermogen: 1300 ton - vermogen: 6118 kW - snelheid: 141/2 kn. - lengte: 113,60 m - breedte: 19,15 m - diepgang: 4,75 m -
Stork/Werkspoor-diesels - bouw: Koninklijke Maatschappij Schelde, Vlissingen.
Extra opmerking
Alle voornoemde dubbeldeks-veerboten
beschikken over een diesel-electrische voortstuwing, d.w.z. dieselmotoren
drijven generatoren aan die op hun beurt de electrische voortstuwing voor hun
rekening nemen. Voor veerboten betekent dit de meest efficiënte
exploitatiewijze omdat deze vaartuigen steeds gedurende een korte periode op
vol vermogen moeten draaien.
HET
SCHELDEBEKKEN
De uiterste zuidwestpunt van Nederland
karakteriseert zich door het Scheldebekken, een wijdvertakte riviermonding
die een groep eilanden van elkaar gescheiden houdt. Dit is Zeeland. De
uitvoering van het grootschalige Deltaplan in de laatste decennia heeft
ervoor gezorgd dat de binnenstromende zee in dit deltagebied werd bedwongen,
hetzij in eerste instantie door de bestaande dijken te verhogen en nieuwe
waterkeringen tussen de eilanden aan te leggen. De stormvloedkering over de
Oosterschelde behoort wellicht tot het allermarkantste bouwwerk uit deze
reeks. Het imposante bouwwerk geniet een internationaal aanzien. De Zeeuwse
eilanden werden schiereilanden. Met het vooruitzicht dat de Zeeuwse bevolking
het overige deel van Nederland goed zou kunnen bereiken, koos men gaandeweg
voor de uitbreidende aanleg van bruggen en het in werking stellen van
overvaartverbindingen. Maar misschien meer nog vanwege de toename van het
autoverkeer die zich ná de Tweede Wereldoorlog in Nederland pas goed doorzet.
Het betreft duidelijk een vorm van tweerichtingsverkeer.
Maar de Westerschelde, bekend om haar woelige
stromingen en onberekenbare verplaatsingen van haar rivierbodem, bleef al die
jaren vrij van een vaste oeververbinding. Wellicht omdat men het haast
onmogelijk achtte hieraan iets te kunnen doen zonder dat het hoe dan ook zeer
veel geld zou kosten. De veerboten die op dit moment (november 2002)
nog over de Westerschelde varen behoren tot de laatste twee authentieke
veerlijnen uit de lange geschiedenis van het gehele Zeeuwse overzetwezen.
Alle andere huidige veren in de Zeeuwse wateren zijn feitelijk een revival
ter begunstiging van het recreatief toerisme en enkel tijdens de zomermaanden
in dienst. Dit wil zeggen: iedereen kan tegenwoordig ook via een brug of een
aangelegde waterkering het betreffende eiland bereiken.
WAT WILLEN ONZE OREN NOU WEL EN NIET HOREN?
Hoe verrassend aangenaam zou een discussie verlopen waarin we elkaar kenbaar maken
wat geluid existentieel voor ieder van ons betekent. Zo bevat deze CD
geluidsregistraties die waarschijnlijk door de meesten van ons als
onaangenaam lawaai zal worden afgedaan. Het zijn niet meer dan de alledaagse
geluiden van een overtocht over de Westerschelde, duizenden in één jaar. Het
zijn klanken van motoren die in de gehele romp van een schip doortrillen. Men
hoort luchtfilters blazen en het geluid van verscheidene bewegings- en
rotatiemechanieken die aan de voortstuwing op het water energie leveren. Het
is de sonore wereld van hydraulische pompen en andersoortige overbrengingen
die deuren openen en sluiten, het schuren van het casco tegen de houten
beschoeiing in de aanlegfuiken. Kunnen we aan dit soort geluiden dan een
bepaalde esthetiek verbinden? Zeker wel. Het hangt beslist af van onze
persoonlijke smaak en van onze herkenning van het geluid. Een klankwereld van
mechanische geluiden kan voor sommigen een paradijs zijn. Niet alleen de
tientallen technische vernuften zien, kennen en begrijpen, maar ze bovendien
nog horen ook. Natuurlijk hangt het ook samen met onze persoonlijke selectie
om bepaalde geluiden wel of niet te willen horen. Geraas langs een snelweg
kan vreselijk hinderlijk zijn, terwijl het individueel beluisteren naar de
bewegingsgroepen in een scheepsdieselmotor een onvergetelijke ervaring kan
zijn. Ook kunnen aan dit soort geluiden onze emoties verbonden zijn. Waarom
ontstaat er een gevoel van nostalgie als we de ouderwetse cylindermotoren
horen razen, puffen, hijgen en ronken? "Dat is pas geluid!" horen
we rondom zeggen. Maar waarom wel het genoegen ondervinden met een Kromhout-motor,
waarom liever helemaal geen hypermoderne thruster-motor?......
Misschien komt het doordat op de een of
andere manier onze gevoelswereld wordt duidelijk gemaakt dat de waarden ten
aanzien van het "overleden" verleden nooit geringschat kunnen
worden, tenzij ze door trauma's worden overschaduwd. De situatie staat ons
toe om romantische gevoelens aan het verleden te verbinden terwijl de
actualiteit van destijd dat ons niet toeliet te doen. De strijd om het
bestaan levert geen romantiek op, wel de terugblik op die strijd achteraf.
Ziehier de drijfveren achter het ontstaan van onze musea.
Ja, de geluiden op deze CD zijn de laatste getuigen van onze actieve
voortgang over het Zeeuwse Schelde-water. De vaarweg die nooit bleef liggen
als een weg, maar die altijd op onze visionaire wil beroep deed de andere
overkant te bereiken, om welke reden ook. Als bij een doortocht in de jungle
waarbij een weg moet worden gekapt en die achter de laatste passant direct
weer dichtgroeit. Die inspanning wordt op 15 maart 2003 door de Zeeuwen
wellicht voorgoed losgelaten.
Vanwege onze ordening in de chaos van hedendaagse mechanische geluiden
behoort dit soort geluiden beslist tot degene die we verwerpen. Per definitie
beantwoorden ze niet aan de klassieke toonkunst of klankpoëzie. En toch
"zingt" de getransformeerde mensenziel erin door. Het is heel goed
te begrijpen dat de meeste varensgezellen alleen maar kunnen zeggen
"Nee..., die boten... dat is allemaal verschrikkelijke herrie". Met
gemak voegen ze eraan toe dat het bovendien ernstige gehoorsbeschadigingen
oplevert. Het is zo dat machinisten en scheepswerktuigkundigen in de
uitoefening van hun beroep altijd strikt van hun gehoor gebruik hebben moeten
maken: zij horen dat motoren en generatoren in goede staat verkeren of niet.
Wat voordien in de machinekamer voor ieder gehoor ondraaglijk was, is nu op
de geluidsinstallatie in uw huiskamer dragelijk... en zelfs aangenaam
De twee
geluidsjagers van deze CD houden er een andersoortige visie op na. Daarom ook
zijn ze geluidsjagers. Zij hadden een bepaalde afstand tot het lawaai en
bovendien moesten zij er ook niet dagelijks in te werken. Ze voorzagen dat
een rijkgesorteerde klankwereld voorgoed uit de Zeeuwse wereld zou
verdwijnen. En gelet op de emotionele werking van onze nostalgie was het voor
hen van belang al deze geluiden op een Tascam DAT-recorder in stereobeeld
vast te leggen.
Volgens wetenschappelijke uitleg wordt van de totale aandacht tijdens het
kijken naar een videoband (beeld + geluid) gemiddeld 85% besteed aan de
bewegende beelden en gaat er gemiddeld 15% naar het gehoor. Als de beelden
komen te vervallen, intensiveert de gehoorswaarneming zich aanmerkelijk. Een
nieuwe ervaringswereld openbaart zich aan ons en vergroot zich uit. Het is de
opzet van deze CD ons dit te laten ervaren.
De sfeer aan elk dek van de veerboten wordt
met deze CD herbeleefd. De geluidsjagers sloegen in principe niets over.
Gesprekken met PSD-medewerkers of passagiers achtten ze voor dit
geluidsdocument niet van belang en hebben ze bij deze gelegenheid ook niet
vastgelegd.
Momenteel
wordt eraan gewerkt om een gesprekken met PSD-personeelsleden,
documentalisten, oud-PSD-gedienden, hofmeesters (buffet), auteurs en
passagiers op geluidsband vast te leggen.
Dit archief bevat het nodige audio-materiaal om enkele landelijke
radioprogramma's te wijden aan de einddagen van de PSD.
Voor radioprogramma's over de PSD en de laatste veerboten op de Westerschelde
, click hier
vervolg en slot
Elke van
de 4 geluidstracks is opgebouwd in de (min of meer) reële volgorde aankomst-vertrek-overvaart-aankomst-vertrek.
Maar wel in een surrealistische vormgeving. Het is in geen geval zo dat er
van elke boot alleen maar de geluiden klinken die gedurende één overvaart te
horen zijn. Integendeel. Dit zou volgens de makers veel te ééntonig en te
saai zijn. Er is volgens een bepaalde visie gecomponeerd, zodat bijvoorbeeld
het geluid van het benedenrijdek naadloos overgaat in geluid afkomstig van de
brug of het passagiersdek. In werkelijkheid beleeft een mens het volkomen
anders. Voor de veerpassagier zal de CD nog door een ander curieus aspect
worden gekenmerkt: namelijk de verhouding van herkenbare geluiden en
niet-herkenbare geluiden. De laatste zijn afkomstig van de brug, het
stuurhuis en de machinekamers..., ruimten die nooit toegankelijk waren voor
publiek.
Qua geluidssensatie kunnen we de Prinses
Juliana zeker als hèt pronkstuk van deze CD beschouwen. Mede werd dit
mogelijk doordat de veerboot bij windkracht 5 werd opgenomen. De boot
beantwoordt aan een geluidsconcert in de modernste betekenis. Binnen
afzienbare tijd hopen we dat het (laten we het zo maar even noemen) Prinses
Juliana-concert op de Nederlandse radio te horen is. Bijvoorbeeld in de
vorm zoals track of als een musique concrète-compositie, of in
een moderne bewerking door jeugdige sample-specialisten die zich met
muziekstijlen als house, ambient en hip-hop bezighouden.
Voorbereidingen op dit vlak zijn inmiddels gaande.
VEERBOOT DE "WILLEMSDORP"
De illustere kracht van het opstuwende water
tijdens de watersnoodramp van 1 februari 1953 wordt gegeven in de lotgevallen
rond de losgeslagen veerboot de Willemsdorp in Kruiningen. Dit was één van de drie
veerboten die voordien tesamen met de Moerdijk en de Dordrecht in de wateren rond het Hollands Diep heeft
gevaren, maar die door de komst van de vaste oeververbinding aldaar naar de
Westerschelde werd verplaatst.
Bij Kruiningen brak in de stormnacht de dijk van de Inkelpolder. Daarbij
gebeurde het dat de veerboot Willemsdorp lossloeg en door het dijkgat landinwaarts gezogen werd
en vervolgens zo'n 3 km
oostwaarts nabij het dorp Oostdijk vast kwam te liggen. Er waren geen
personen aanwezig op de veerboot toen dit gebeurde. De volgende dag (2
februari 1953) werd de Willemsdorp door B. Hofmeester gefotografeerd (click voor foto).
De losgeslagen veerboot Willemsdorp werd bij Kruiningen in de 1 februari-storm van
1953 door de kracht van het water enkele kilometers landinwaarts gespoeld
(foto: B. Hofmeester, fotocollectie Zeeuws Documentatie Centrum).
Colofon & Interviews
De geluidsopnamen werden op 1, 3, 11 en 16
oktober 2002 gemaakt door Phons Bakx (antropologisch publicist,
Middelburg) met de hulp van Jules Bitter (geluidsman, 's-Heer
Arendskerke). Met dit werk werd het archiveren beoogd van de specifieke,
mechanisch-motorische klanken die in de nabije toekomst ons gehoor niet meer
zullen bereiken.
De aanpak van het project blijkt echter uniek.
Een geluidsproject over vier veerboten
die tussen Zeeuws-Vlaanderen en de schiereilanden Walcheren en Zuid-Beveland
als overzet over de Westerschelde dienst doen. Een initiatief van Phons Bakx
om deze veerboten als rijk-geschakeerde geluidsobjecten te archiveren.
Daarnaast werden er een 25-tal gesprekken op geluidsband vastgelegd waarin
oud-medewerkers van de PSD uitvoerig hun verslag doen over het werk bij de
PSD vroeger.
Aandacht hiervoor op Omroep
Zeeland (radio).
Het geluidsproject vindt plaats met het oog
op het definitief verdwijnen
van de veerboten (en hun karakteristieke geluiden) op 15 maart 2003.
De laatste PSD-overzetvaarten vinden plaats
op 14 maart 2003.
vervolg
Uitgave: Stichting
Antropodium, Middelburg, 1 januari 2003
DAT-opnamen: Jules Bitter
mastering DAT-opnamen: Phons Bakx
CD-compilaties en productie: Phons Bakx
tekst CD-brochure: Stichting
Antropodium, Middelburg
fotomateriaal CD-brochure: Phons Bakx,
Karel Brouwerens
omslagontwerp, opmaak CD en
CD-brochure: Phons Bakx
met dank aan de PSD-directie en
personeelsleden: Harold Thomaes, Cees Wagemaker,
alle PSD-kapiteins, Dick Brandenburg, Arie Schout, Jack Back, Cees
Schreuders,
meneer van Leeuwen, Nico en de vele anderen.
ook met dank aan: Karel
Brouwerens (informatie, tekstkritieken)
voor informatie, bestellingen en dergelijke,
kies
de i-meel naar Stichting Antropodium
PhonsBakxapestaartantropodiumpunttweakdslpuntnl
PRIJS / HOE DEZE CD TE BESTELLEN
Er worden 2 versies van het geluidsproject uitgebracht:
1. Enkele CD
2. Dubbel CD
Enkele CD - prijs: euro 11,00 (inclusief verzendkosten)
overmaken op giro 33.50.80.669 t.n.v.
Phons Bakx,
Lijsterbeslaan 19, 4334 BM - Middelburg
en uw bestelling wordt u toegezonden
k o r t e - g e l u i d s v e r s i e s
[ATP006-03VG]
track 1. Prinses
Christina .......................... 18'53
min.
track 2. Prins
Willem-Alexander ................ 17'02
min.
track 3. Prinses
Juliana ............................ 20'31 min.
track 4. Prins
Johan Friso ........................ 15'59 min.
De uitgave van deze enkele CD is eveneens voorzien van de tekst
zoals hierboven en van enkele foto's.
Wie interesse heeft, kan per e-mail bestellen:
PhonsBakxapestaartantropodiumpunttweakdslpuntnl
of per post / telefoon:
Stichting Antropodium,
kantoor:
Lijsterbeslaan 19, 4334 BM -
Middelburg –
tel. 0118 - 624 934
Dubbel-CD - prijs:
euro 17,00 (inclusief verzendkosten)
overmaken op giro 33.50.80.669 t.n.v.
Phons Bakx, Lijsterbeslaan 19, 4334 BM - Middelburg
en uw bestelling wordt u toegezonden
l a n g e - g e l u i d s v e r s i e s
[ATP006-03VG-KP & VB]
CD 1: track 1. Prinses Christina
................ 36'13 min.
CD 1: track 2. Prins
Willem-Alexander ....... 34'14 min.
CD 2: track 3. Prinses
Juliana ................. 41'00
min.
CD 2: track 4. Prins Johan Friso
.............. 31'37
min.
De uitgave van deze enkele CD is
eveneens voorzien
van de tekst zoals hierboven en van enkele foto's.
Wie interesse heeft, kan per e-mail bestellen:
PhonsBakxapestaartantropodiumpunttweakdslpuntnl
of per post/telefoon:
Stichting Antropodium,
kantoor:
Lijsterbeslaan 19,
4334 BM - Middelburg -
tel. 0118 - 624 934
terug naar keuzemenu
|