Mondharpen in Zeeland

 

 

 

Als archeologische vondst in de Zeeuwse bodem gaat de mondharp terug op een ver ver­le­den, ook al staat het Zeeuwse eilandenrijk in het Scheldebekken geheel niet bekend om mondharpmuziek. Niettegenstaande kwamen in de slikken van de verdronken zestiende-eeuwse dorpen als Nieulande (Reimers­waal), Westen­schou­wen (Schou­wen) en het fort Kei­­zershoofd (Valke­nisse) enkele tien­tallen ver­weerde mond­harpex­em­plaren tevoorschijn als verte­gen­woordigers van de late middeleeuwen. De mees­te van hen waren gesmeed uit staal afkomstig uit de Beierse stad Neurenberg.

 


15e-eeuwse mondharp uit voormalig Fort Keizershoofd (nabij Kruiningen)

 

‘Mondharp Mozaïeken’

Aan het einde van de twintigste eeuw grijpt op Zeeuwse bodem andermaal het mondharpspel om zich heen, zij het aanmerkelijk uitgebreider. Mondharp had eenmaal naam als attribuut behorend tot het hip­pie­cul­tuur­tijd­perk, en in de eindjaren ’60 waren het de cultuurvorsers en aanhangers van het hippiedom die het instrument van hun reizen door Voor-Indië en India bovendien mee terugnamen naar Nederland. Als zodanig hing het instru­ment­je – in Zeeuws-Vlaanderen inheems en vanouds bekend als het ‘speeltje - aan een koordje om de hals van Karel Korf­ker, een beel­dend kunstenaar die in de beginjaren ’70 in het Zeeuws-Vlaamse polderland was neer­gestreken. Geregeld formeerden er zich in diens keuken spontane en­sem­bles rond Karel’s oriëntaalse invocaties, aangevuld door hemzelf met herders­fluit of mondharp. Dit gegeven op zich zette jaren later inspirerend aan tot het samen­stellen van twee radio-uit­zendingen over de mondharp op de Mid­delburgse radio­piraat Radio Als Middel in 1985. Samensteller hiervan was Phons Bakx. De piraat werd abrupt door de toenmalige PTT politieel opgebracht en  wat op tafel bleef liggen was het onvoltooide ra­dio­draaiboek over dit uitheemse volksmuziekinstrument. Maar in de daar­op­vol­gende jaren zou Bakx maar liefst vieren­twintig ‘Mond­harp Mozaïeken’ met eigen hand componeren. Op goedkope Oostenrijkse mondharpjes bracht hij ze ten uitvoer, geholpen door de meersporen-opname­techniek die de meerstemmig­heid van het boven­toon­klank­spel op band goed tot zijn recht liet komen. Die archief­opnamen zouden pas in 2004 door Stichting Antro­podium integraal op CD worden uitge­geven. De ‘Mond­harp Moza­ï­eken’ hebben gegadig­den uit de directe omgeving geïnspireerd de mond­harp ter hand te nemen en hem te ontdekken.

Mid­del­burgs Mond­harp Ensemble (MME)
Naast de kerngroep die de Mid­del­burgse mond­harp­en­sem­bles in hun begintijd zou be­volken, waren daar (zij het kort­stondig) ook mondharp­lief­heb­bers zoals Mario de Waal en Ma Pantha Utsava. De laatste zou éénmalig als gast een mond­harp­optreden met het ensemble in het Mid­del­burgse Minitheater verzorgen. Glorieus waren de begin­da­gen, zeker voor het Mid­del­burgs Mond­harp Ensemble (MME) dat zich in hoofdzaak con­cen­treerde op het door mond­harpen bege­leid zingen van levensliederen uit Sar­di­nië. Peter Ker­sten, Phons Bakx en (Sardiniër van ge­boorte) Salvatore Aragoni waren als mondharpers hier­­voor geïnitieerd, aan­gevuld met de zang van Ton Besselink. In 1989 schoof Enno Meij­ers het ensemble bij als nieuw­lerend mond­harper.  Ondanks dat het MME meestal tij­dens de wekelijkse repetities binnenshuis optrad, verliet het noemenswaardig éénmaal de Zeeuwse provincie voor een dubbelconcert in Zwol­le. Kort daar­na ge­raakte het ensemble allengs ontvolkt, eerst door Salvatore Aragoni, daar­na door oprichter Phons Bakx. Wat bleef was het Middel­burgse Mondharp Trio (MMT): Peter Kersten, Enno Meijers en Ton Besselink. Het trio bleef bij gelegenheid concerten geven op o.m. basis­scholen en éénmalig ook op een regionale één-mei-vie­ring van de PvdA.

Van Middelburgs Mondharp Ensemble is op YouTube te horen:
àRondgaande improvisatie, Tweestemmig  2:41 /  

Sardische liederen van oorsprong: àNon Ti Sonni  2:14 /  àBallu sa Trunfa   2:16 /
àA Nennea  3:34  / àDuettu Sardu po sos Trunfas (Aragoni & Bakx)   3:56

 

 

Mondharpboek ‘De Gedachtenverdrijver’
Phons Bakx voltooide intussentijd
àDe Gedachtenverdrijver, een manuscript van oorspronkelijk drie­hon­derd bladzijden dat uit het afgebroken radiowerk was voortgekomen en dat vanaf 1992 in een ver­kor­te editie (174 pagina’s) als het standaardwerk voor de mond­harp in het Nederlandse taalgebied zou gelden. Voor be­­grip­pen in de Lage Landen beleefde het instrumentje vanaf die tijd een ex­pan­sie als nooit tevoren. Niet alleen van­wege de uitvoerige persbe­sprekingen van het boek of vanwege het imposante mond­harpconcert dat op 24 april 1992 in het Amster­damse Soete­rijn­theater gegeven werd. Acht uur non-stop radio-uitzending werd aan de mondharp gewijd door VPRO’s Wande­len­de Tak (30 april 1992).
Daar­aan vooraf ging een mondharpoptreden en een gast­gesprek­ in het VPRO zondag­ochtend­tele­visiepro­gramma
àVPRO-tv: Reiziger in Muziek met John Wright & Tran Quang Hai en Phons Bakx (26 april 1992)  13:30

Vanaf die dagen verbreidde het mond­harpspel zich niet enkel in Zeeland, maar in heel Ne­der­land, in België en zeker ook voor een deel in de Franse volks­muziekwereld. Het zou in­vloed uit­oefe­nen op die plaatsen in de wereld waar de mondharp reeds geliefd was. Al­leen al vanwege de onge­loof­waar­dig­heid acht uur lang onafgebroken mond­harp­muziek over de radio uit te zenden, leverde de VPRO wereld­nieuws op.


Génggong: houten mondharp in de Indonesische muziekcultuur

De vertolking op de mondharp zette zich niet alleen door in het solospel van Phons Bakx, maar ook nam de interesse toe vanuit buitenlandse cultuurmusici en ­­instru­men­talisten. Noemens­waardig in dit verband is de samenkomst van Dris Alex­ander, Renadi Santoso, Franky Berhitu, Kělas van de Gruiter met Phons Bakx en het rijktonige Indo­nesische mu­ziek­instru­mentarium van bonang, rayong, su­ling, saron, kěndang met de houten mondharp van Bali, genaamd génggong. Aanvankelijk heette het gelegenheidensemble Gamelan Gengénggonggan àDiluar Dengan Burung Dan Angin (1993)   3:27

Later (in 1999) toen het ensemble de naam veranderde in Orang Génggong, werd er aan dit klankinstrumentarium een individuele Pencak Silat-krijgsdans toegevoegd door André Kleeman. àPencak Silat-dans / Orang Génggong (in Zeeuwse Bibliotheek)   13:05

 

 

Enkele gelegenheidduo’s

Petra Kwekkeboom / Bombay Talkie / Enno Meijers / Peter Kersten / Salvatore Aragoni / Izz van Elk / Kendall Rownd  

Ook Franky Berhitu en Phons Bakx vormden binnen deze formatie ook weer een gelegenheidsduo waarin de basis voor traditioneel-geïnspireerde muziek uit de Indonesische Archipel werd gevolgd. Op YouTube: à

eeDe aanpak om in Zeeland duurzaam basis te ge­ven aan een onderneming die het mondharpspel in al zijn aspecten waardig bleek te zijn, werd gerui­me tijd ondersteund door de journa­list Henk Postma. In 1998 ging zijn persoonlijke inzet over in de op­richting van Stich­ting Antropodium. De Zeeuwse mondharpers werden in die dagen voor een t.v.-op­name uitgenodigd in ‘Van Gewest tot Gewest’. - Tot dusver hadden de Walcherse mond­har­pers zich ingezet voor bui­tenlandse volks­­muziek, maar volgens hen kon het mondharpspel in expe­ri­men­tele zin dit genre ruim over­stijgen. Volgens hun opvatting was volksmuziek zeer melodieus, maar te­gelijkertijd ook veel te braaf.

 

Mondharpers in Zuid-Beveland
Intussen ijlden door het luchtruim van Zuid-Beveland de mond­harpklanken die door vrijere spelinter­pretaties werden aangestuurd. Ze waren afkomstig van de mond­­harp­min­nende kunste­naars Reynier de Muynck (Goes) en Gerard Verkerke (destijds Yerseke). In Vlissingen verdiepte André Houwing zich in het mondharpspel, samen met levens­partner An van Schaik. In Middelburgse kring ont­wik­kelde de jonge punkerboy Koen Kuijpers (1978-1998) zich tot een fervent mondharper, zij het jammer­genoeg kort van duur. Niettemin was zijn aanpak grondig.

Phons Bakx & Enno Meij­ers vorm­den een vast mond­harpduo, dat geregeld in binnen- en bui­ten­land optrad, waardoor het voor hen ook mogelijk werd nieuwe wegen te ontdekken.
àDuet in Reine Kwart  2:50 / àDuet in Reine Kwint   4:03 

 

Kwintes Ensemble: vierstemmig mondharpkoor

In 1999 verdubbelde het duo Meijers & Bakx zich tot een viertal onder de naam Kwintes Ensemble [àWederwaardigheden van het Kwintes Ensemble (1999-2002)]. Izz van Elk (Goes) en André Hou­wing (Vlis­singen) vulden het tweetal aan om het ondoordringbare woud van meer­stem­mige harmonie en poly­ritmiek in cultuur te breng­en. Alras stond

André Hou­wing zijn plaats af aan Peter Ker­sten, oud-speler van het MME en MMT.


Het Kwintes Ensemble heeft nooit verzuimd voor zichzelf de lat erg hoog te leg­gen, en aanbe­ve­lingen en richtlijnen voor klankspel en composities wer­den dan algauw een tijdlang door compo­nist Douwe Eisenga ver­strekt. Dit ensemble was zich be­wust van de uit­zon­der­lijke posi­tie als ‘vierstemmig mond­harp­koor’ dat van­wege de vierstemmig­heid zijn spiegelende tegenhanger in de we­reld zeker niet vlug zou ontmoeten.

 Het Kwintes Ensemble bleef op muziekpodia in Neder­land en België verschijnen. Hun uitvoeringen werden gelijk een Mondriaan-kleurencompositie, vanwege het visuele accent van fel­ge­kleurde over­hem­den in wit, geel, blauw en rood die hun vierstem­mig­heid benadrukte. Ondanks het en­thou­siasme en de diepgang in de bizarre tonenwereld van de mondharp ging de kleurrijke groep in 2002 ter ziele. Er was sprake van een opsplitsing in twee duo’s: Bakx/­van Elk en Ker­sten/­Meijers.

 

Zeeuwse Mondharpers in Radio Filharmonisch Orkest

Vanuit diezelf­de dagen dateren de uitnodigingen voor twee van de vier mondharpers tijdelijk plaats te nemen in het Radio Filharmonisch Orkest. De ‘Holi­days’-sym­fonie van Charles Ives werd uitgevoerd in het Amsterdams Con­certgebouw en de Utrechtse Vredenburg, resp. onder leiding van de dirigenten Mark Elder en Law­ren­ce Renes. In de passage ‘Barn Dances’ in het onderdeel “Was­h­ington’s Birthday”, klinken twee mondharpen voor korte tijd in de symfonie door, die in de eerste invi­ta­tie door Bakx/Meijers, en in de tweede invitatie door het duo Kersten/­Meijers werden bespeeld.

 

Mondharpduo Aubergine

Het eerste duo doopte zich direct al na een optreden in het Brusselse Mu­ziekinstru­men­tenmuseum tot àMondharpduo Auber­gine van­wege de donkerrode kleding die beide spe­lers op dat moment toevallig droegen.
Het tweede duo Meijers-Kersten trad bij ge­legen­heid op, zoals bij voornoemde uitvoering van Charles Ives’ symfonie in Amsterdam (Concertgebouw) en Utrecht (Vreedenburg).

 

Duo Auber­gine vervolg­de de eerstkomende jaren duurzaam zijn weg en be­groette in het voor­jaar van 2006 als derde speler van het trio, de Vlis­singer Janus Filius. Met hem zou het trio het Vijfde Inter­na­tio­nale Congres van de Mondharp in het Amster­damse Muziek­gebouw aan ‘t IJ met een inau­guratieconcert openen. Janus Filius bleef in het trio aanwezig. Mond­harptrio Au­bergine ont­leent eveneens zijn naam aan de donker­rode auber­gi­ne-kleur van de mondharpers die zij tijdens een optreden als kle­ding dragen.