Korte handleiding
voor het spel op de mondharp
click het gewenste onderwerp aan

 

. De tanden

. De éne (stabilizerende) hand

. De andere (spelende) hand

. Het aanslaan van de lamel heeft invloed op de toon

. Bijkomende aandachtspunten

. Ritmisch en melodisch gebruik

. Tonaliteit

. Tot slot
. Onduidelijkheid

terug naar keuzemenu

 

 

 

. De tanden

De metalen mondharp, een klein boventooninstrument, wordt voor de mond aangeslagen, en wel zodanig dat de schuine, paralelle zijden van de mondharpvork tegen de onderste en de bovenste tandenrij wordt geplaatst. In deze stand is de lamel in de vork vrij. Het uitsteeksel (doorn) van de mondharp wijst monduitwaarts.

 

. De éne (stabilizerende) hand

U bent geheel vrij de mondharp dan wel met de rechter- of met de linkerhand vast te houden en te bespelen. Met één hand moet het instrument stabiel half-tegen en half-tussen de voortanden worden geplaatst. In geen geval bijten! De hand die de mondharp vasthoudt heeft enkel een stabilizerende functie en beweegt in het geheel niet. Let op dat de vingers van deze hand de lamel niet aanraken.

 

. De andere (spelende) hand

Eén vinger van de andere hand kan nu vrijuit het uitsteeksel (de doorn) aanslaan.

 

. Het aanslaan van de lamel heeft invloed op de toon

Ieder heeft een eigen idee of een eigen gevoel over het aanslaan van de mondharp. Volgens onze visie geschiedt het aanslaan van de mondharp het best (en het mooist) met een achterwaarts gerichte beweging, die rakelings langs neus → wang → oor gaat. Als je deze richting blijft kiezen bij het aanslaan van de mondharp komt dit naar onze mening het klankspel het meest ten goede: er ontstaan gebonden tonen. Verkies je daarentegen een voorwaarts gerichte beweging om de mondharp aan te slaan (dus: oor → wang → neus), dan worden de tonen niet gebonden, maar in zekere zin bij elke aanslag afgekapt. Men bindt dan de opeenvolging van de tonen niet. Nogmaals: men kan op beide manieren spelen, maar volgens onze visie brengt de achterwaarts gerichte aanslag de mondharptoon het mooist tot zingen.

 

 

. Bijkomende aandachtspunten. Belangrijk tijdens het spel is het gebruik van tong, adem, keelspieren en lippen. Deze bepalen de geluidsresonantie in een zevental holtes van het hoofd. Tongbewegingen zorgen voor minitieuze veranderingen in het hoogste klankregister van de boventoonreeks. Adem: uitgaande lucht zorgt ervoor dat de boventonen harmonieus doorklinken. Niet-uitstromende adem geeft de mondharpklanken een stomme, bijna onwezenlijke klankkleur, die niet harmonisch klinkt, maar wel functioneel kan zijn. Keelspieren beïnvloeden het lage register van de boventoonreeks. Lippen die tijdens het mondharpspel de mond zoveel mogelijk dichthouden, versterken zonder meer het klankvolume.

 

 

. Ritmisch en melodisch gebruik

Je kan kiezen tussen het ontwikkelen van het ritmische spel of het melodische spel. Het best is de combinaties van beiden te onderzoeken. Het aanslagritme kan worden verrijkt met ademstoten door de stemspleet van de mondharp. Wil je je toeleggen op het melodieuze boventoonspel, dan moet je je oefenen in het gebruik van de spanningsmogelijkheden van alle onderdelen van de mondholte en deze zoveel mogelijk variëren.

 

 

. Tonaliteit. Minuscule spierbewegingen in mond- en keelholte zorgen voor verkleuringen van de grondtoon. Dit zijn de deel- of wel boventonen. Ze behoren tot de natuurlijke (pentatonische) reeks en omvatten in principe vijf tonen per octaaf. Volgens sommige muziekkenners is het daarentegen toch mogelijk een diatonische toonladder hoorbaar te maken. Een zeer goede beginnersoefening, waarmee de verandering van boventonen hoorbaar wordt, is het variëren van de mondstand zoals je gewend bent bij het articuleren van de klinkers ie, aa, oo, oe, ui, ee enz. Het is niet nodig dat je hierbij ook je stembanden gebruikt.

 

 

. Tot slot: op een mondharp spelen is niet buitengewoon moeilijk. Maar wie de intense rijkdom aan spelmogelijkheden wil ontdekken en beheersen, zal zeer veel moeten oefenen. Zoals met alle muziekinstrumenten het geval is, bereikt men goede beheersing van het spel pas na jaren.

 

 

 

. Onduidelijkheid. Een beknopte handleidingstekst schrijven is moeilijk. Indien er voor u een onduidelijkheid uit de bovenstaande tekst blijkt, of iets onvoldoende is benadrukt, kunt u ons hierover inlichten. Wij waarderen uw reactie ten zeerste. Kies hiervoor een e-mail naar Stichting Antropodium  PhonsBakxapestaartantropodiumpunttweakdslpuntnl

 

terug naar keuzemenu